Rol bouwindustrie bij reduceren CO2 emissie.
Projectcoördinator Noa Reerink rondt Masterstudie af.
We zijn erg trots op onze projectcoördinator Noa Reerink, die in de afgelopen periode haar werkzaamheden voor Draaijer combineerde met het afronden van haar masterstudie over de rol van de bouwindustrie bij het reduceren van de CO2 emissie.
Om het opwarmen van de aarde te reduceren heeft de overheid als klimaatdoel ‘100% klimaatneutraal in 2050’, maar in 2030 moeten we al 55% minder broeikasgassen uitstoten.
De bouwsector kan en moet daar een grote rol in spelen; zij is immers een intensieve gebruiker van onze hulpbronnen en is daarmee maar liefst verantwoordelijk voor 38% van de wereldwijde CO2-emissies.
Er worden steeds meer energie-efficiënte en zelfs -neutrale panden gerealiseerd. Daarvoor worden echter niet alleen vaak meer (bouw)materialen gebruikt, het productieproces verbruikt ook meer energie. Waar in eerste instantie het verminderen van het energiegebruik en CO2 uitstoot vooral in de operationele fase werd behaald, ligt de focus daarom nu meer op de voorkant: het terugdringen van materiaal gebonden CO2-uitstoot. Naarmate het operationele energieverbruik daalt, neemt de relatieve bijdrage van bouwmaterialen op de totale koolstofuitstoot namelijk toe.
Een van de oplossingen om minder kooldioxide uit te stoten is het toepassen van de circulaire economie in de bouw. Dit kan door het hergebruiken of recyclen van materialen, het grondstofgebruik te minimaliseren, het terugwinnen van energie aan het einde van de levensduur van het gebouw en de materiaalkeuze zelf speelt ook een cruciale rol.
Onderzoek: wat werkt het beste?
De vraag uit Noa’s onderzoek spitste zich simpelweg toe op de vraag welke van deze (combinaties van) strategieën het beste werkt om de uitstoot te verminderen, bovendien kijkend naar de verschillende levensduren van gebouwen.
Noa heeft voor haar onderzoek casestudies uitgevoerd van twee kleinschalige onderwijsgebouwen in Nederland. Daarbij zijn voor elke casestudie drie ontwerpvarianten gecreëerd op basis van verschillend constructiemateriaal; beton, hout en staal.
Door middel van levenscyclusanalyses (LCA’s) onderzocht ze de impact van verschillende ontwerpkeuzen en verschillende (technische en functionele) levensduren van het gebouw op de effectiviteit van hergebruik- en recycling strategieën in het verminderen van emissies, en beoordeelde ze hoe verschillende bouwmaterialen daaraan bijdragen.
Hergebruik of recyclen?
Alhoewel elke strategie logischerwijs zorgt voor een vermindering in CO2 uitstoot, blijkt de effectiviteit van hergebruik en recyclen sterk af te hangen van het gebruikte (type) materiaal en de eigenschappen van het gebouw zelf (zoals de demontabiliteit van het ontwerp).
“Hoe meer materialen we hergebruiken, hoe minder uitstoot we realiseren, variërend van 20% tot wel 70% lager. “
Bij recycling is de besparing afhankelijk van de toegepaste bouw- of grondstof. Zo kan een constructie met beton op basis van secundaire grondstoffen 55% tot 70% minder uitstoot opleveren, bij een houten gebouwconstructie ligt dat tussen de 10% en 35%.
Verder bleek dat het gebruik van hout als constructiemateriaal weliswaar op de korte termijn voor minder uitstoot zorgt dan beton en staal, maar op het moment dat dit toegepast wordt in een gebouw dat gerealiseerd wordt voor de lange termijn kan beton een even goede keuze zijn mits het een hoog percentage gerecycled materiaal bevat. Het kantelpunt waarbij beton met een aandeel gerecycled materiaal ongeveer hetzelfde presteert in CO2 uitstoot als een houten constructie ligt rond de 80 á 100 jaar.
Daarnaast is het vaak effectiever om de strategie te maximaliseren die het beste past bij het constructiemateriaal, in plaats van inspanningen te verdelen over meerdere strategieën. Hoewel het combineren van verschillende strategieën nuttig kan zijn, leidt dit vaak niet tot significant meer CO2-besparing dan wanneer men bijvoorbeeld volledig kiest voor alleen recycling of hergebruik.
Conclusie
Over het algemeen is bouwen met hout een goede keuze voor het milieu, zelfs als we rekening houden met de levensduur van het gebouw. Maar soms kunnen ook andere materialen een uitkomst bieden, mits er bewust gekozen wordt voor materialen en ontwerpstrategieën die passen bij de gewenste gebruiksperiode van het pand.
Kijkend naar de korte termijn zijn bouwen met staal, op voorwaarde dat ten minste 75% daarvan hergebruikt is, of hout de beste opties om uitstoot te verminderen. Op de lange termijn is, naast hout, ook beton met een aandeel gerecycled materiaal een goede keuze.
Bij het ontwerpen is het van belang te bedenken hoe de verschillende te gebruiken subcomponenten elk hun eigen levenscycli hebben en hoe ze afzonderlijk kunnen bijdragen aan het verminderen van de CO2 uitstoot. Het kiezen van de juiste grond- en bouwstoffen kan veel verschil maken.
Uiteindelijk benadrukte dit onderzoek het genuanceerde samenspel tussen materiaalkeuzes, circulaire strategieën en de levensduur van het gebouw bij het verminderen van CO2-emissies in de bouw. Het begrijpen van de samenhang tussen deze aspecten is essentieel voor het ontwikkelen van de beste aanpak om de koolstofvoetafdruk van een bouwproject te verminderen. Er bestaat geen universele oplossing; elke project vereist een op maat gemaakte benadering!